Pensioenleeftijd naar 68 jaar per 1 januari 2018

ingevoerd op 15-09-2017

Per 1 januari 2018 wordt er een belangrijke fiscale wijziging in het pensioenstelsel doorgevoerd die invloed kan hebben op de pensioenregeling die de werkgever met de werknemer is overeengekomen. Met ingang van deze datum wordt namelijk de pensioenrichtleeftijd (dit is niet hetzelfde als de AOW-gerechtigde leeftijd) wettelijk verhoogd naar 68 jaar. Deze wijziging kan, afhankelijk van de door toegezegde pensioenregeling, ook gevolgen hebben voor de pensioenregeling.

Pensioenrichtleeftijd
Per 1 januari 2018 gaat de pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar. In 2014 is de pensioenrichtleeftijd al verhoogd van 65 naar 67 jaar. De wetgeving die dat mogelijk maakte koppelt de verhoging van de pensioenrichtleeftijd aan de verhoging van de levensverwachting. Eind 2016 heeft het CBS al door laten schemeren dat de gemiddelde levensverwachting blijft stijgen. Het gevolg hiervan is, dat de pensioenrichtleeftijd vanaf 1 januari 2018 verhoogd wordt van 67 naar 68 jaar.

Gevolgen werkgever en werknemer
Concreet betekent de verhoging van de pensioenrichtleeftijd een verdere versobering van de pensioenopbouw. De wetgever past de maximale opbouwpercentages voor eind- en middelloonregelingen niet aan, maar het pensioen gaat wel een jaar later in. Bij handhaving van de pensioenrichtleeftijd op 67 jaar, zal dus een lager opbouwpercentage moeten gelden. Dat geldt ook voor beschikbare premieregelingen, waar de maximale opbouw (premiestaffels) wordt aangepast omdat de ingelegde premies langer kunnen renderen.

Of de pensioenregeling moet worden aangepast is dus afhankelijk van de overeengekomen pensioenregeling. Is deze nu fiscaal maximaal dan zal of de pensioenleeftijd verhoogd moeten worden naar leeftijd 68 of de opbouw verlaagd moeten worden, zodat deze aansluit bij de gewijzigde fiscale maxima.

Instemming werknemer
Het gevolg van de verhoging van de pensioenrichtleeftijd en eventueel wijziging van de pensioenopbouw is, dat de thans van toepassing zijnde pensioenafspraak met de werknemers aangepast dient te worden. Zo’n aanpassing van de pensioentoezegging kan alleen worden doorgevoerd met instemming van de werknemer en/of OR.

Bron: BDO, 14 september 2017