Nieuwe wet helpt faillissementen te voorkomen

Op 26 mei jl. heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet Homologatie Onderhands Akkoord (“WHOA”) aangenomen. Het wetsvoorstel is op 6 oktober jl. als hamerstuk aangenomen door de Eerste Kamer, zodat naar verwachting de wet ingaat op 1 januari 2021.

Doel
Doel van de WHOA is om het mogelijk te maken dat de rechtbank buiten faillissement of surseance van betaling een akkoord tussen een schuldenaar in financiële moeilijkheden en haar schuldeisers en aandeelhouders bekrachtigd (lees: homologeert).

Het idee daarachter is om het “reorganiserend vermogen” van ondernemingen in Nederland te optimaliseren. Een organisatie in financieel zwaar weer kan onder de WHOA een (dwang)akkoord aan (een deel van) haar schuldeisers aanbieden om zodoende een faillissement te voorkomen.

Waarom dwangakkoord?
Onder omstandigheden zijn schuldeisers en aandeelhouders die niet met het akkoord hebben ingestemd, toch gebonden. Op dit moment bestaat er reeds een mogelijkheid om schuldeisers een akkoord aan te bieden, maar meestal strandt deze poging omdat er onder het huidige recht geen verplichting bestaat voor schuldeisers om in te stemmen. Althans, de weigerachtige c.q. niet stemgerechtigde schuldeisers daartoe te dwingen.

Hoe en wanneer bied je een akkoord aan?
Een bedrijf dat redelijkerwijs voorziet dat het niet meer aan de betalingsverplichtingen kan blijven voldoen, kan een akkoord met (een deel van) haar schuldeisers en aandeelhouders voorbereiden.

De onderneming kan de inhoud van het akkoord grotendeels zelf bepalen. Onderdelen kunnen o.a. zijn:
- het wijzigen van rechten van schuldeisers;
- het wijzigen van rechten van aandeelhouders;
- het omzetten van schulden in aandelen;
- het wijzigen of beëindigen van reguliere overeenkomsten (niet zijnde arbeidsovereenkomsten).

Het akkoord kan worden aangeboden aan alle schuldeisers en aandeelhouders, maar ook aan slechts een deel van hen. Dat laatste is een belangrijk “recht” van de schuldenaar onder de WHOA. De informatie die aan de betrokken schuldeisers en aandeelhouders wordt verstrekt, dient aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Met name om ervoor te zorgen dat iedere betrokken partij in staat wordt gesteld om een weloverwogen stem uit te kunnen brengen. De betrokken schuldeisers en aandeelhouders moeten o.a. worden geïnformeerd over de huidige financiële positie van het bedrijf en welke gevolgen het akkoord voor die financiële positie heeft. Ook dient duidelijk te worden gemaakt wat voor een schuldeiser/aandeelhouder het verschil in uitkomst is tussen het akkoord en een faillissement. Waarom zou een partij wel/niet akkoord gaan?

Voorts is nog van belang om te vermelden dat de schuldeisers worden ingedeeld in verschillende klassen. Vaak hebben schuldeisers uiteenlopende rechtsposities en/of belangen. Om het proces zoveel mogelijk te stroomlijnen, worden schuldeisers met gelijkluidende rechten in dezelfde klasse te ingedeeld. Per klasse wordt een op die klasse afgestemd akkoord ter stemming voorgelegd.

Stemming
Schuldeisers en aandeelhouders wiens rechten door het akkoord worden gewijzigd, zijn stemgerechtigd. Om aan te kunnen nemen dat een klasse met het akkoord instemt, dient minimaal een groep schuldeisers/aandeelhouders vóór het akkoord te stemmen die gezamenlijk ten minste twee derde van de schuld of van het geplaatst kapitaal van één klasse vertegenwoordigen.

Homologatie
Als aan dit vereiste is voldaan, kan het akkoord ter homologatie aan de rechtbank worden aangeboden. De rechtbank toets vervolgens o.a. of is voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. Het akkoord is nodig om een faillissement te voorkomen;
2. Het akkoord is haalbaar;
3. Het akkoord leidt niet tot een nadeligere positie voor één van de betrokken klassen schuldeisers dan in een faillissement;
4. De baten worden evenredig verdeeld tussen de betrokken schuldeisers.

Als de rechter van mening is dat het akkoord hieraan voldoet, kan de rechter het akkoord homologeren en wordt het dwingend tegenover alle klassen. De rechter zal het akkoord niet homologeren als er bijvoorbeeld sprake is van bedrog of andere zwaarwegende redenen die zich daartegen verzetten.

Wat verder nog aandacht verdient, is het feit dat er tegen een door een rechter uitgesproken homologatie geen hoger beroep open staat. Het is dus van groot belang om de schuldeisers, aandeelhouders en rechter zo volledig mogelijk te informeren.

Tot slot
Zeker in het licht van de huidige economische crisis kan de WHOA een geschikt middel zijn om een deel van de onvermijdelijke faillissementen te voorkomen.

Bron: rijksoverheid.nl, 6 oktober 2020