Beperking aftrekposten in 2020

In het regeerakkoord 2017-2021 heeft het kabinet aangekondigd het belastingstelsel te willen hervormen. Daarmee wil het kabinet onder andere de verschillen in fiscale behandeling van ondernemers en werknemers verkleinen en (meer) werken meer lonend maken.

Diverse aftrekposten zullen worden beperkt.

Zelfstandigenaftrek
In 2020 wordt de zelfstandigenaftrek voor (zelfstandig) ondernemers aanzienlijk verlaagd. Als gevolg van de verlaging is per saldo meer belasting over de winst uit onderneming verschuldigd.

Een ondernemer die aan het urencriterium voldoet heeft recht op zelfstandigenaftrek. Over het bedrag van de zelfstandigenaftrek hoeft een ondernemer geen belasting te betalen. Het kabinet heeft aangegeven om vanaf 2020 de zelfstandigenaftrek in een aantal jaarlijkse stappen van € 250 te verlagen van € 7.820 naar een bedrag van € 5.000. Naast de verlaging van het bedrag van de zelfstandigenaftrek moet er vanaf 2020 ook nog de tariefcorrectie worden toegepast (zie hierna).

Met de beperking van de belastingaftrek voor zelfstandigen moet een deel van de lastenverlichting voor burgers worden betaald. De maatregel is volgens het kabinet ook bedoeld om de fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen.

Tariefcorrectie
Aftrekbare kosten kunnen in 2019 tegen een tarief van maximaal 51,75% (hypotheekrente tegen maximaal 49%) in aftrek worden gebracht. In 2020 daalt het aftrektarief naar 46%.

Als het inkomen van een belastingplichtige in de hoogste schijf inkomstenbelasting (51,75% in 2019) wordt belast, dan worden aftrekbare kosten ook tegen dit tarief in aanmerking genomen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan lijfrenteaftrek en de betaling van alimentatie. Op deze hoofdregel is één belangrijke uitzondering gemaakt, namelijk de aftrekbare kosten van de eigen woning, zoals eigenwoningrente, erfpachtcanons en de bemiddelingsnota van de hypotheekadviseur. Deze kosten worden maximaal in aanmerking genomen tegen een tarief van nu 49% in 2019. Dat is dus 2,75% lager dan waartegen de inkomsten uit de eigen woning – met name het eigenwoningforfait – wordt belast. Vanaf 2020 wordt het percentage waartegen de kosten in aanmerking worden genomen met 3% verlaagd.
 

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van de tariefcorrectie tot en met 2023 te zien.

Maximaal aftrektarief aftrekbare kosten eigen woning

Jaar 2019        49,0%

Jaar 2020        46,0%

Jaar 2021        43,0%

Jaar 2022        40,0%

Jaar 2023        37,10%

Maximaal aftrektarief andere grondslag verminderende posten  

Jaar 2019        51,75%

Jaar 2020        46,0%

Jaar 2021        43,0%

Jaar 2022        40,0%

Jaar 2023        37,10%

Met ingang van 2020 geldt de tariefcorrectie niet alleen voor de aftrekbare kosten van de eigen woning maar ook voor de volgende aftrekbare posten.

- ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid en stakingsaftrek);
- MKB-winstvrijstelling;
- terbeschikkingsstellingsvrijstelling;
- aftrek van onderhoudsverplichtingen (alimentatie);
- aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten;
- aftrek van weekenduitgaven voor gehandicapten;
- aftrek van scholingsuitgaven;
- giftenaftrek;
- restant persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren;
- verliezen op beleggingen in durfkapitaal. 

Voorbeeld
Nathalie en Luuk zijn vorig jaar gescheiden. Nathalie moet aan Luuk jaarlijks € 13.200 alimentatie betalen. Nathalie kan, gezien haar inkomen van ruim € 110.000 de alimentatie bij haar aangifte inkomstenbelasting over het belastingjaar 2019 aftrekken tegen 51,75%. Op netto-basis kost de alimentatie haar in 2019 € 13.200 – (51,75% x € 13.200 = € 6.831) = € 6.369. In 2020 is aftrek nog slechts mogelijk tegen 46%. Op netto-basis kost de alimentatie haar in 2020 € 13.200 – (46% x € 13.200 = € 6.072) = € 7.128. Haar netto lasten stijgen hierdoor met € 759.